maandag 3 februari 2014

Puzzelen

Mijn zoon houdt van puzzelen.... Hij is er goed in. Hij is een echte puzzelkampioen.
Al toen hij nog heel jong was, maakte hij met gemak puzzels die eigenlijk nog niet voor zijn leeftijd bestemd waren. Daar waar een ander genoegen nam met 4 stukjes, wilde hij puzzels van 25 stukjes maken.Tegenwoordig is een puzzel van 500 stukjes eigenlijk al te gemakkelijk voor hem. Geef hem een weekendje en hij legt er eentje van 1000 stukjes in elkaar. Het werkt een soort verslavend voor hem. Eenmaal ermee begonnen, is hij niet meer te stoppen en zal hij elk vrij momentje gebruiken om de puzzel op te lossen.
Hij puzzelt ook op een andere manier dan de meeste mensen die een puzzel op zullen lossen.
Hij begint wel met de rand te maken (dat is immers hoe we het hem geleerd hebben), maar daarna gaat hij op zoek naar stukjes die bij elkaar horen. Hij sorteert het liefst eerst op kleur en maakt dan een stuk wat hij vervolgens in de puzzel past en ongeveer op de plaats legt waar het moet komen. Daarna maakt hij een volgend stuk. Dit hoeft niet perse aansluitend te zijn met het stuk dat hij eerder heeft gemaakt. En geen van beide stukken hoeven ook direct op de rand aan te kunnen sluiten. Dat komt wel. Uiteindelijk vallen alle puzzelstukjes op de plek en hoeven er alleen nog wat detailstukjes ingevoegd te worden om het hele plaatje compleet te maken.




Omdat ik mij zo aan het verdiepen ben in #Asperger en #Autisme,
ben ik er inmiddels achter dat het logo er als volgt uitziet:



en ben ik er ook achter waarom....




#Puzzelen....
Dit is eigenlijk een prachtig en letterlijk voorbeeld van hoe mensen met #autisme denken:
Er is een situatie .... daar hebben we het kader (de rand van de puzzel). Dan hebben we de invulling van dit kader (de losse puzzelstukjes). In eerste instantie ziet dit eruit als een grote onoverzichtelijk brij. Stukje bij beetje worden de losse stukjes van deze brij bij elkaar gezocht. Dit houdt verband met dat en dat houdt verband met weer iets anders. En al die verbanden vallen binnen hetzelfde kader. Als het allemaal in elkaar past, dan is het plaatje compleet.

In het boek "Geef me de 5" van Colette de Bruin staat de denkwijze van mensen met autisme als volgt beschreven:
Mensen met autisme nemen op een andere, gefragmenteerde wijze waar. Deze andere manier van waarnemen is de kern waar autisme om draait......
...... Autisme is een stoornis van de hersenen, die het kind al vanaf de geboorte heeft. Waarnemen doet iedereen via ogen, oren, huid, mond en neus. Deze informatie gaat naar de hersenen. Daar wordt de informatie verwerkt en vervolgens reageer je daar op. Bijvoorbeeld: je ziet dat er iemand naar de voordeur loopt, je hoort de bel, je staat op en doet de deur open zonder daar echt over na te denken. De samenhang tussen iemand zien, het horen van de bel en de deur opendoen is logisch. Bij een kind met autisme is het opendoen van de deur niet per definitie een logische stap bij het horen van de bel. Dat komt doordat bij hem de waarnemingen van de zintuigen als losse puzzelstukjes in de hersenen aankomen. De samenhang is daardoor zoek. Hij moet eerst deze losse stukjes in elkaar zien te puzzelen, voor hij de waarneming als een geheel kan zien en er vervolgens betekenis aan kan geven. Dit kunnen de hersenen razendsnel, maar het moet wel gebeuren. Niet alleen bij het horen van een deurbel, maar bij alles wat een kind met autisme ziet, ruikt, voelt, proeft en hoort, moet hij puzzelen. Je kunt je voorstellen dat hij onbewust (het speelt zich immers onzichtbaar in de hersenen af) heel hard moet werken om al deze informatie te verwerken. In het voorbeeld van de bel horen en de deur opendoen, is het verband tussen de waarneming (iemand naar de deur zien lopen en de bel horen) en de handeling (de deur open doen) niet vanzelfsprekend. Vandaar dat het kan voorkomen dat het kind niet opendoet en rustig blijft zitten, zonder het idee te hebben dat hij iets zou moeten doen. Wanneer de zintuigen veel informatie tegelijkertijd te verwerken krijgen, komen al de losse puzzelstukjes in de hersenen als het ware op een hoop terecht. Het kind moet ze eerst in elkaar zetten (puzzelen). Het verwerken kost hem dus meer tijd. Op het moment dat het kind niet meer in staat is om de veelheid aan puzzelstukjes te verwerken, zie je vaak dat het opeens ontploft...... 
Het lezen van dit stukje in het boek was voor mij een echte EYE-OPENER!
Dit verklaart onder andere de regelmatige uitbarstingen van mijn zoon (daarover meer in een ander blogje), maar het zegt me ook dat mijn zoon de HELE DAG aan het PUZZELEN is IN ZIJN HOOFD!.
De hele dag is hij stukjes van gebeurtenissen en oorzaken en gevolgen bij elkaar aan het zoeken. Dit geldt dus voor hele simpele dingen (zoals eerst je broek en dan je schoenen aantrekken), maar ook voor ingewikkelde zaken (zoals gevoelens en emoties, die steeds wisselen in steeds wisselende situaties). En dat verklaart nou precies waarom hij zo goed is in legpuzzels. Legpuzzels zijn makkelijk en logisch. Legpuzzels passen altijd .... je zoekt gewoon de stukjes bij elkaar en die leg je op hun plek. Eitje toch. Van losse stukjes grotere gehele maken en die in een kader leggen.
Doet ie de hele dag.....




 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten